Herinneringen aan Chevetogne
Wanneer ik volgend jaar op Pinksterzondag in de namiddag mijn vijfentwintigste bezoek zal brengen aan de abdij van de Benedictijnen in Chevetogne, gelegen in de Belgische Ardennen in de buurt van Rochefort, zal het veertig jaar geleden zijn dat ik daar mijn eerste bezoek bracht. Op Hemelvaartsdag in het jaar 1977 bracht ik vanuit Heerlen als student aan de H.T.P. ( hogeschool voor theologie en pastoraat ) mijn eerste bezoek aan Chevetogne, samen met veel andere studenten o.l.v. pater Ad Blijlevens, docent liturgie. Met een bus gingen we er naartoe. Het was toen nog een priorij. Sinds 11 december 1990 een abdij. We werden rondgeleid door de toenmalige gastenpater Théodore Strotmann, een imposante monnik met een grote grijze baard en kap op zijn hoofd. Onze belangstelling ging vooral uit naar de Byzantijnse Kerk, gebouwd in de stijl van Novgorod en in 1957 gewijd aan de Verheffing van het Heilig Kruis. De liturgie volgens de Byzantijnse ritus met veel mystiek maakte veel indruk op mij. Het heeft mij doen besluiten om later vele malen terug te komen. De ene keer wordt de liturgie gevierd in het Kerkslavisch, de andere keer in het Grieks. Alle monniken van Chevetogne zijn katholieke benedictijnen. Ongeveer de helft van de monniken viert de liturgie volgens de Byzantijnse ritus. En de andere helft viert de liturgie volgens de Latijnse ritus. De gebedstijden vinden in beide kerken op dezelfde uren plaats. Het klooster van Chevetogne, dat eens kasteel was, heeft bij het complex zowel een Byzantijnse als een Latijnse kerk gebouwd. Het klooster werd in 1925 gesticht door Dom Lambert Beauduin ( 1873-1960 ) Deze monnik van de Benedictijnenabdij van Keizersberg in Leuven was voordien één van de stichters van de Liturgische Beweging in België. Zijn ontmoeting met het christelijke Oosten maakte hem bewust van de scheiding van de Kerk. Dit inspireert hem om te werken aan de stichting van een klooster dat aan de christelijke eenheid gewijd zou zijn. De pauselijke brief Equidem Verba ( 1924 ) van Pius XI aan de abbas Primas van de Benedictijner Orde, die hem uitnodigde monniken aan te zetten om voortdurend tot God te bidden voor de eenheid en acties te ondernemen om deze te verwezenlijken bood aan Dom Beauduin de mogelijkheid om zijn nieuwe stichting te realiseren. Eind 1925 vestigt hij zich samen met enkele medebroeders in een voormalig karmelietenklooster in Amay-sur-Meuse in het bisdom Luik. In 1939 verhuisde de kloostergemeenschap naar Chevetogne in het bisdom Namen. Het voormalige kasteel uit de 19e eeuw was toen al ingericht als klooster. Van 1903 tot 1923 werd het bewoond door de monniken uit Ligué die uit Frankrijk waren verbannen. In Blitterswijck werd het toenmalige kasteel ongeveer in dezelfde periode bewoond door de zusters trappistinnen uit Laval, gelegen in Frankrijk in het departement Mayenne. Als gevolg van de antiklerikale wet van minister Emile Combes, uitgevaardigd op 1 juli 1902 moesten veel kloosterlingen elders hun toevlucht zoeken. De wet hield in dat religieuze orden en congregaties vóór 1 oktober 1902 in het bezit moesten zijn van een verblijfsvergunning, wilden ze niet worden ontbonden. Veel kloosterlingen weken uit naar het buitenland. Van 1932 tot 1938 zaten in het klooster van Chevetogne Spaanse Jezuieten die als gevolg van de Spaanse burgeroorlog elders een onderkomen moesten vinden. Vanuit de H.T.P te Heerlen ben ik twee keer met een bus naar Chevetogne gegaan. Beide keren op Hemelvaartsdag. Vanuit Rolduc één keer. Als lid van de fietsclub PAN fietste ik samen met de seminaristen Rudo Franken, voorzitter van de fietsclub, Peter Owel, Thomas van der Horst, Stefaan Lecleir, John Burgers, Piet Houben, Joost van der Mee, Marcus Kenis en Han Snel op 20 mei 1983 vanuit Rolduc te kerkrade naar Chevetogne om het hoogfeest van Pinksteren mee te maken. We logeerden in het voormalige koetshuis, behorend bij het klooster, nu Emmaus geheten waar min of meer autonome groepen worden ontvangen. In de zomer van 1987 hield ik mijn eerste retraite in Chevetogne. Ik was eerder dat jaar benoemd tot pastoor in Grevenbicht. Vanuit die plaats ben ik een keer met misdienaars op zomerkamp geweest in het nabij de abdij gelegen domein van Chevetogne. De fietsen hadden we meegenomen. De nachten brachten we door in een tent. Met de fiets gingen we naar de grotten van Han sur Lesse. Over de Lesse maakten we een tocht in kano's en we volgden een route met verschillende stroomversnellingen. Een echt avontuur. Uiteraard werd ook een bezoek gebracht aan het klooster in Chevetogne. Enkele keren ben ik er geweest tijdens carnavalsdagen. Ik herinner mij dat ik een keer op een heuvel met mijn auto vast ben komen te zitten in de sneeuw. Een andere keer maakte ik mee dat tijdens een storm alle verlichting in het klooster was uitgevallen. Met kaarslicht aan at ik met andere gasten en de monniken in de refter. Het was tijdens de hevige februaristorm die op 26 februari 1990 over heel West Europa raasde. Met name kerktorens kregen het zwaar te verduren. Veel optochten werden op die carnavalsmaandag afgelast. Die storm richtte veel schade aan. Als gevolg van gladheid heb ik één keer een gepland bezoek moeten afzeggen. Op woensdag 6 januari 1999 ben ik vanuit Welten met het echtpaar Fred en Beb de Groen-van Vliet naar Chevetogne gegaan. Op weg naar die plaats zagen we een rode gloed aan de hemel voordat de zon echt opkwam. Een prachtig gezicht. Op 6 januari viert de Kerk het hoogfeest van de Openbaring des Heren, ook Epifanie genoemd of Driekoningen. Het eerste wat mij opviel tijdens onze aankomst was dat de Byzantijnse kerk wit geschilderd was. In die kerk die vol gelovigen zat, van heinde en ver gekomen, om met de monniken van Chevetogne het feest te vieren van de doop van de Heer. Jezus begint zijn openbaar leven na zijn doop door Johannes de Doper. De meeste keren ben ik naar Chevetogne gegaan voor het houden van de jaarlijkse retraite. Waarom ga ik op retraite? Het heeft op de eerste plaats te maken met de navolging van de Heer. In het evangelie staan diverse passages waarin sprake is dat Hij zich terugtrekt voor gebed. Ik ga op retraite om mijn accu op te laden, om rust en verlichting te vinden. Het is Jezus zelf die in Matteüs 11,28 tot mensen spreekt die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan. Wanneer we tot Hem komen, dan krijgen we wat Hij belooft heeft. Dat is rust en verlichting. Zijn last is licht. De last die wij op onze schouders nemen is vaak zwaar. Ik ga vaak naar een abdij van de Benedictijnen omdat ik een diepe verwantschap voel met de geest van Benedictus zoals die vervat ligt in zijn levensbeschrijving, zijn Regel en geschriften over hem. Net zoals de monniken wil ik het "ora et labora" beleven waar het gebed mijn werk doordringt en draagt. Met name Anselm Grün, Fidelis Ruppert, beiden lid van de Duitse benedictijnerabdij van Münsterschwarzach en Dr. Michel van Parys zijn mijn favoriete auteurs. De dagorde in het klooster van Chevetogne is als volgt: 5:30 uur: De klokken luiden om op te staan.6:00 uur: Lauden
7:45 uur: eucharistieviering in de Latijnse kerk
8:30 uur: Ontbijt
12:15 uur: Middaggebed
12:45 uur: Middagmaaltijd
18:30 uur: Vespers
19:30 uur: Avondeten
20:30 uur: Completen Gewoonlijk vinden in de Byzantijnse kerk twee liturgische vieringen plaats per week en wel later in de ochtend. In de Latijnse kerk vindt door de week één gemeenschappelijke eucharistieviering plaats.Ik concelebreer tijdens de Missen in de Latijnse kerk die in het Frans worden gelezen Wanneer er een Byzantijnse viering plaatsvindt dan betreed ik samen met alle aanwezige priesters het heiligdom achter de iconostase op het moment dat de communieritus plaatsvindt. Meestal lees ik geestelijke lectuur gedurende de vrije uren en ik maak iedere dag een wandeling in de mooie omgeving. In de winkel die enkele jaren geleden up to date is vernieuwd is een rijk assortiment te vinden op het gebied van gespecialiseerde boeken, iconen, geëmailleerd brons, wierook, CD's, Oost-Christelijke artikelen en monastieke producten. Pater Matthias Küppers, die oorspronkelijk uit Heythuysen vandaan komt, heeft in opdracht van mij in 2004 aan de hand van twee toegestuurde schetsen twee iconen voor mij geschilderd. Op de ene icoon is de ontmoeting tussen Anna en Joachim bij de gouden poort in Jeruzalem uitgebeeld. Op de andere icoon is de ontmoeting uitgebeeld tussen de twee apostelen Petrus en Andreas die broers van elkaar waren. Bij speciale gelegenheden worden deze iconen tentoongesteld. De afstand van Blitterswijck naar Chevetogne via de kortste weg bedraagt 196 kilometer. Blitterswijck is mijn elfde woonplaats. Naar Chevetogne ben ik gegaan vanuit mijn tijd in Heerlen ( 1976-1980 2x ) , Kerkrade ( 1980-1983 1 x ) , Grevenbicht ( 1987-1992 7x ), Welten ( 1992-2002 7x ) , Mechelen ( 2002-2008 4 x ) , Blitterswijck vanaf 2008 tot heden drie maal. De laatste retraite was recentelijk in de maand oktober week 41. Tijdens ieder verblijf heb ik gasten ontmoet die ik nooit eerder gezien heb. Af en toe herken ik gasten ook terug. Ik heb een gast ontmoet die later in de begin jaren negentig is ingetreden. Frans de Poel. Hij kreeg als kloosternaam Théodore. We praten altijd bij wanneer ik er weer ben. Ook ontmoet ik praktisch iedere keer de voormalige bisschop van Rotterdam, Mgr. Philippe Bär. Hij is geboren in 1928 en maakt sinds 1954 als benedictijner monnik deel uit van de kloostergemeenschap van Chevetogne. Sinds zijn aftreden als bisschop van Rotterdam in 1993 woont en leeft hij weer in zijn moederklooster. De abdij staat open voor gasten. Er is een gastenverblijf waar stellen, of mannen en vrouwen separaat kunnen overnachten tegen een vergoeding naar draagkracht inclusief de maaltijden. Sinds 2011 is het gastenverblijf met een aanbouw uitgebreid. In 2012 heb ik tijdens mijn verblijf foto's gemaakt van de verbouwing van de klokkentoren en winkel. Op 6 augustus 2016 heeft Dom Philippe Vanderheijden ontslag genomen als abt van het klooster. Hij was de opvolger van Père Michel van Parys. Naast beide abten heb ik tijdens de hoofdmaaltijden in de refter van het klooster vele malen mogen zitten. Gastenopvang is een wezenlijk onderdeel van het kloosterleven in Chevetogne. Benedictus beschouwde iedere gast als een geschenk van God. Dom Lambert Vos, die tot voor kort adjunct van de abt was, is op 21 augustus 2016 benoemd tot prior administrator voor een periode van drie jaar. Tijdens mijn laatste verblijf in Chevetogne heb ik voor de derde keer een kort bezoek gebracht aan de abdij Notre-Dame de Saint-Remy, gelegen in Rochefort op slechts 13 kilometer afstand van het klooster in Chevetogne. Voor de oorsprong van deze religieuze plek moeten we teruggaan naar het jaar 1230. Gilles de Walcourt, graaf van Rochefort, schonk aan een groep vrome vrouwen een stuk grond op zijn domein van Saint-Rémy bij Rochefort waar ze een klooster konden bouwen. De abdij Notre-Dame de Saint-Rémy behoort tot de cisterciënzers van de strikte observantie, de trappisten en kent een rijke geschiedenis waarin bloei, verval en verrijzenis elkaar telkens afwisselen. Zo verhuisde in 1887 enkele monniken van Achel naar Rochefort, om er het kloosterleven te doen herleven. Een van de monniken die daar heeft gewoond, gebeden en gewerkt heet broeder Bernardin Welten. Hij overleed op 5 oktober 1981. Hij kwam uit Asten en was een neef van Anna Welten die gehuwd was met Andreas Jacobus van Horne, garagehouder in Roermond, neef van mijn vader. Inmiddels allen overleden, respectievelijk in 2009, 1988 en 1993. Broeder Bernardin Welten werkte op de historische boerderij van de abdij en zorgde vooral voor de koeien. Ook maakte hij kaas en werkte hij in de refter van de abdij. Hij ligt begraven op het kloosterkerkhof in de tuin van het imposante abdijcomplex. Gegeven op 7 november 2016, op de feestdag van de H. Willibrord.
Pastoor Huub van Horne