Elvis blijft inspireren
Ook veertig jaar na zijn dood blijft Elvis Presley voor velen een bron van inspiratie. In de week van Elvis' veertigste sterfjaar kwam in Nederland de film Elvis & Nixon uit die gebaseerd is op de historische ontmoeting tussen popster Elvis en president Nixon die plaatsvond op 21 december 1970 in het Witte Huis te Washington DC. Deze Amerikaanse film uit 2016, geregisseerd door Liza Johnson, heb ik gezien in het film- en theaterhuis Natlab in Eindhoven op de voorlaatste woensdag van augustus 2017. Ik zal tijdens de vertoning van de film alleen in de zaal. Een bijzondere belevenis. Pas na zijn dood in 1977 ben ik mij gaan interesseren in zijn leven waarin zingevingsvragen sterk boven water komen in Elvis' kritieke levenssituaties. Een van zo'n kritiek moment is wanneer hij na de zoveelste ruzie uit zijn eigen witte huis in Graceland wegvlucht. In een van de scènes in de film zien we Elvis in een spiegel kijken. Hij kijkt vooruit en even terug op zijn turbulent leven. Hij realiseert zich dat hij niet meer is dan een product dat verkocht moeten worden. Hij vergelijkt zichzelf met een flesje coca cola. In deze zelfreflectie wordt met één beeld duidelijk gemaakt wat er in zijn leven mis is gegaan. Desondanks blijft hij dromen. Hij wil een privéaudiëntie met president Nixon in het Witte Huis. Dit is een ingeving van hem. Deze ontmoeting komt in de verfilming niet zonder slag of stoot tot stand. De spanning moet erin blijven. En wat nog wezenlijker is, de wil elkaar te ontmoeten moet van beide kanten komen. Na een afwijzing door Nixon wordt er een list verzonnen om alsnog de droom te laten uitkomen. Wanneer eenmaal de ontmoeting tot stand is gekomen vertelt Elvis het doel van zijn bezoek nadat hij eerder in een brief al een tipje van de sluier heeft opgelicht. Hij wil een speciale agent worden om de drugsproblematiek aan te pakken. Ironisch wanneer je weet hoe zijn leven in werkelijkheid is geweest en nog geen zeven jaar later afloopt. Het leven van Elvis is ook een inspiratiebron geweest voor journalist Ray Connally. Hij schreef een biografie over Elvis, de zoveelste, die in 2016 uitkwam onder de titel "Being Elvis". In 2017 kwam de Nederlandse vertaling uit met als titel: Elvis. Een eenzaam leven. Het boek begint met een zelfreflectie van Elvis in zijn laatste levensjaar. Hij stelt zich de vraag: hoe zullen de mensen me herinneren als ik er eenmaal niet meer ben? Zullen ze me snel vergeten zijn? Hij spreekt hierover met een achtergrondzangeres in een hotelkamer na het zoveelste concert. Ze schrijft later over hem: Hoeveel plezier de muziek hem ook had gegeven, hoeveel hij ook had betekend voor de populaire muziek, hij zag alleen maar dat het hem niet was gelukt "een echte filmster" te worden. En dat vrat aan hem. Ook hield hem bijzonder bezig welke onthullingen er zouden komen over zijn privéleven. Verslaafd en volledig opgebrand sterft hij op 16 augustus 1977. Hij werd slechts 42 jaar. Hij heeft twee wijsheden verpersoonlijkt: hoe het moet en hoe het niet moet. Kenners van de popmuziek beschouwen hem als een van de weinigen die van wezenlijk belang is geweest voor de ontwikkeling van de popmuziek. Hij werd het eerste popidool. Hij is de artiest met de meeste postume Top 40 hits. "Always on my mind" wordt beschouwd als zijn meest introspectieve lied. Hij liet deze song opnemen in 1972 nadat Priscilla hem had verlaten. De rest van zijn leven zou hij een voorliefde koesteren voor liedjes waarin zelfreflectie in de vorm van verlies en zelfverwijt een rol spelen en deze songs met veel passie uitvoeren alsof hij ze zelf geschreven had. Ook in het lied "Suspicious Minds" zingt hij over het wantrouwen tussen twee personen die op het punt staan hun relatie te verbreken maar het wantrouwen moeten zien te overwinnen om die relatie stand te laten houden. ( Vrij vertaald begint het lied zo: we zijn verstrikt geraakt in een val waar ik niet meer uit kan komen. Want daarvoor hou ik te veel van je. Waarom zie je niet wat je me aandoet, wanneer jij geen woord gelooft van wat ik zeg. We kunnen zo niet langer doorgaan met die achterdocht in onze gedachtes. We kunnen onze dromen niet laten uitkomen wanneer we denken vanuit een houding van achterdocht. ) Qua naamsbekendheid behoort hij nog steeds tot de westerse topdrie: Jezus, Elvis en Coca-Cola. Huub van Horne. Samengesteld op 31 augustus 2017Woensdag 16 augustus 2017 Vandaag veertig jaar geleden overleed hij. The King of rock and roll. Elvis. Hij werd slechts 42 jaar. Wat bij velen in de vergetelheid dreigt te raken is hoe zijn grote carriére, die zo triest eindigde, begon. In een Godshuis, een kleine kerk, komt hij voor het eerst in aanraking met muziek. In de vorm van gospels. Als hij opgroeit, zingt hij met zijn ouders op kampbijeenkomsten, revivals en samenkomsten van de kerk. We zijn vandaag niet naar de kerk gekomen om Elvis te gedenken. Dat wordt vanavond gedaan in de muziekdocumentaire "Elvis lives" en met een bijzonder Elvis-concert in de voormalige gevangenis van Utrecht, getiteld "Elvis leeft live". Beiden uitgezonden door NPO1. We zijn naar de kerk gekomen om een andere King te gedenken. De heilige koning van Hongarije. Stefanus heet hij. Hij was de eerste christelijke koning van Hongarije. Op het feest van Maria Tenhemelopneming in het jaar 1000 ontving hij uit handen van paus Silvester II de gouden koningskroon. Hij leidde een strenge levenswandel, schonk aalmoezen aan armen, weduwen en wezen en aan de kerken. Hij deelde zijn nog heidens vaderland in verschillende bisdommen in, liet veel kerken en kloosters bouwen. Hij kreeg de titel "apostel van Hongarije". Moge zijn voorbeeld on ons inspireren om ons leven in te richten naar Gods bedoelingen. Dit inleidend woord werd uitgesproken door pastoor Huub van Horne aan het begin van de ochtendmis in de Grote Kerk te Venray en 's avonds aan het begin van de avondmis in de Paterskerk te Venray.
Always on my mind. Herinneringen aan dit lied met het oog op Pasen. Wanneer hij nog geleefd zou hebben, zou hij op 8 januari tachtig jaar zijn geworden. Elvis Presley. Hij werd slechts 42 jaar. Een ruwe schatting leert ons dat hij meer dan een miljard verkochte platen op zijn naam heeft staan, waarvan ongeveer honderd gouden singles en vijftig gouden albums. Als kind is hij in een Godshuis voor het eerst in aanraking gekomen met muziek in de vorm van gospelsongs. Hier ligt zijn muzikale oorsprong. Een van de liedjes die hij niet zelf heeft geschreven maar met veel passie heeft gezongen en op de plaat heeft laten zetten is "Always on my mind". De song gaat over een man die erkent dat hij tekortgeschoten is in het liefhebben van zijn vrouw maar hij is wel altijd aan haar blijven denken. "You were always on my mind". Dit countrylied, geschreven door Johnny Christopher, Mark James en Wayne Carson, werd door veel artiesten gecoverd waaronder Elvis. In Nederland werd dit lied voor het eerst een hit in 1984 in de versie van countryzanger Willie Nelson. Ruim drie jaar later gevolgd door The Pet Shop Boys. In de versie van Elvis kwam deze song op de plaat al uit in 1972, kort nadat hij door zijn echtgenote Priscilla was verlaten. Het lied is een soort schuldbelijdenis. Om U een indruk te geven van de inhoud van dit lied vertaal ik het eerste couplet: "Misschien heb ik je niet zo goed behandeld als ik zou moeten. Misschien heb ik niet van je gehouden zo vaak als ik kon. Kleine dingen die ik gedaan en gezegd zou moeten hebben. Ik nam gewoon nooit de tijd. Maar ik moest altijd aan jou denken". In Nederland werd deze song in de versie van Elvis pas een hit na zijn dood. Nog niet direct na zijn dood. Er kwam eerst een biografie over hem uit "Elvis and Me", geschreven door zijn ex-vrouw. Dat boek werd verfilmd en kwam uit als een miniserie op tv. De vierde en laatste aflevering eindigde met dat lied, gezongen door Elvis in een prachtige studio-opname. Kijkers zien dan hoe de kist van Elvis uit zijn villa Graceland naar buiten wordt gedragen. Historische beelden van een grote menigte mensen die ontroerd langs de weg staan te kijken worden afgewisseld met beelden uit de tijd dat Elvis nog gelukkig was met zijn vrouw Priscilla en hun enige kind Lisa Marie. De song uit deze tv-serie bewoog mij om na achttien jaar terug te gaan naar Amerika, een land van "hope en dreams"dat altijd in mijn gedachte was blijven voortleven. Het land waar ik in 1975 als 18-jarige naartoe was gegaan, uitgezonden door Y.F.U. (Youth For Understanding) om een jaar vanuit een gastgezin en een Amerikaanse highschool in St. Louis de "American way of life" beter te leren kennen. Toen ik in de nazomer van 1993 bij het graf van Elvis stond moest ik denken aan de Schepper van Elvis. God. "Want door Hem hebben wij het leven, het bewegen en het zijn". (Handelingen 17,28) Het leven van Elvis eindigde niet als een sprookje. De scheiding van zijn vrouw kon hij moeilijk verwerken. Ongezonde leef en eetgewoontes maakte hem zwaarlijvig. Drugs en overvloedig medicijnengebruik eisten hun tol. Op 16 augustus 1977 reageerde de wereld geschokt op zijn plotselinge overlijden. Zijn graf werd al vrij gauw na zijn dood een bedevaartsoord. En wat zijn privéleven betreft moet ik denken aan de volgende woorden uit Psalm 130,3 "Als Gij zonden blijft gedenken Heer, wie houdt dan stand"? Met Pasen vieren wij dat het leven sterker is dan de dood. Door de zonde is de dood in de wereld gekomen. Ieder paasverhaal begint met het gaan naar het graf van Jezus. In het evangelie van Johannes is het een vrouw die het eerst bij het lege graf komt. Maria Magdalena. Een vrouw met een verleden. Zeven duivels waren uit haar gedreven. Zij heeft haar plaats bij Jezus nooit verlaten. He was always on her mind. Priesters mogen het goddelijke en het menselijke met elkaar verbinden. In iedere eucharistieviering, die begint met een schuldbelijdenis, herdenken we het lijden, sterven en verrijzen van Jezus. Het wordt stil in iedere viering op het moment dat de priester de kelk omhoog heft. En het blijft dan even stil. Kort daarvoor heeft hij de woorden uitgesproken: "Blijft dit doen om Mij te gedenken". Pastoor Huub van Horne Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Samenkerk, een uitgave van de twee kerken in Venray. In de uitgave van 2015, jaargang 15, nr. 2.